Eerste contact communicatieprotocol

Versie 1.0.2, 18 september 2023.

Inleiding

Hoe bouw je een relatie op met andere levensvormen en beschavingen? Om te kunnen communiceren moet er een vast protocol zijn waarin structuur in het communiceren en handelen van de ander herkenbaar wordt. Daarnaast moet er vroegtijdig een relatie gelegd worden tussen taal en handelen, zodat men van elkaar te weten komt hoe men elkaars fysieke realiteit beïnvloedt. Daar waar levensvormen kunnen communiceren en handelingen kunnen coördineren hebben ze een evolutionair voordeel op levensvormen die dat niet kunnen of willen.

Hieronder volgt het basiscommunicatieprotocol dat wij alle leden bij van Gils aanbieden, zodat ze contact kunnen leggen met levensvormen die ook begrijpen dat een protocol en onderzoek naar patronen bij anderen noodzakelijk is om veilig nieuwe relaties met onbekenden op te bouwen. Zelfs met dit protocol is het moeilijk om relaties te leggen, maar zonder gaat het in ieder geval niet.

Documentatie

Contact met andere beschavingen te leggen over meerdere generaties en personen heen vraagt om documentatie van de interactie. Ga jij aan de slag met het eerste contactprotocol? Maak dan een journaal waarin je vastlegt welke boodschappen je hebt ontvangen en verstuurd. Beschrijf of neem ook op hoe verzoeken uitgevoerd zijn. Informeer ons dat je hiermee aan de slag bent en welke voortgang je geboekt hebt. Dit maakt het mogelijk voor anderen om het contact met andere beschavingen ook na jouw leven te onderhouden en ontwikkelen.

Definitie

Dit protocol bestaat uit 12 stappen, die in volgorde doorlopen worden. In het protocol worden afhankelijk van het gevolgde pad stappen overgeslagen. In de toelichting wordt aangegeven welke sprongen gangbaar zijn.

  1. Start.
  2. Van:{<Zender>|Anoniem}.
  3. Aan:{<Ontvanger>|Allen}.
  4. Verzoek:<Naam>.
  5. Evaluatie:<Naam>.
  6. Ontvangen:{<Naam'>|Ruis}.
  7. Autonoom:<Naam'>.
  8. Doen:{Nu|Niet}.
  9. Doen van Naam
  10. Oordeel:{Goed|Deels|Onbekend|Fout}.
  11. Herhalen:{Verzoek|Autonoom}.
  12. Einde.

Toelichting per stap

  1. Verstuur letterlijk de tekst 'Start'. Dit zorgt ervoor dat er een herkenbaar begin van berichten is. Eindig elke stap met het versturen van een '.', dit zorgt ervoor dat er structuur in de communicatie herkenbaar wordt.
  2. Verstuur letterlijk 'Van:'. Daarna kun je kiezen uit twee mogelijkheden, die gescheiden worden door het teken '|'. De <>-combinatie geeft aan dat deze mogelijkheid een zelf in te vullen variabele is. Gebruik je naam om te laten weten van wie de boodschap komt. Zo kan er een persoonlijke geschiedenis opgebouwd worden met de ontvanger(s). Of gebruik 'Anoniem' om te laten weten dat deze boodschap niet aan (de geschiedenis met) een specifiek iemand toegeschreven moet worden.
  3. Verstuur 'Aan:'. Dit betekent dat je aankondigt voor wie de boodschap is. Verstuur daarna de naam voor wie de boodschap is. Of gebruik 'Allen' als het niet uitmaakt wie deze boodschap oppakt. Blijf erop letten om elke stap te eindigen met een '.'
  4. Verstuur 'Verzoek'. Dit betekent dat je wilt dat de ontvanger iets doet. Met de variabele 'naam' geef je aan wat je vraagt. Na het verzoek, spring je naar stap 11. Heb je geen verzoek aan de ontvanger? Sla deze regel dan over.
  5. 'Evaluatie' betekent dat je laat weten hoe jij vindt dat jouw verzoek afgehandeld is. Herhaal de naam om aan te geven naar welk eerder verzoek je verwijst. Na de evaluatie spring je naar stap 10. Heb je geen evaluatie voor de ontvanger, sla deze regel dan over.
  6. 'Ontvangen' betekent dat je een begrijpelijke boodschap ontvangen hebt. Vervolgens geef je de naam van dit verzoek in jouw eigen taal. Spring naar stap 8. Als je wel het ontvangen van een boodschap herkend hebt, maar deze niet begrijpt, dan antwoord je 'Ruis'. Spring daarna naar stap 12.
  7. 'Autonoom' betekent dat je uit jezelf een verzoek uitvoert met de gegeven naam.
  8. Als je begint met het verzoek uitvoeren, dan verstuur je 'Doen:Nu.' en ga naar stap 9. Als het niet kan, dan verstuur je 'Doen:Niet.'. Spring dan naar stap 11.
  9. In deze stap voer je uit wat je benoemd hebt in stap 6 of 7.
  10. Kom je hier vanuit stap 9, dan betekent 'Oordeel' hoe je zelf vindt dat de opdracht verlopen is. Kom je hier vanuit stap 5, dan laat je de ontvanger weten hoe jij de uitvoering van het verzoek beoordeelt. De mogelijkheden zijn: 'Goed', 'Deels' betekent voor een deel goed, 'Onbekend' betekent dat je niet kunt inschatten of het goed, deels goed of fout is en 'Fout' dat het niet goed is.
  11. Deze stap gaat erover op wiens initiatief de uitvoering van dit verzoek herhaald zal of mag worden. Kom je hier via stap 4 of 5, dan geeft 'Verzoek' aan dat de zender de voorkeur heeft dat dit verzoek alleen op aanvraag uitgevoerd wordt. Is het 'Autonoom', dan geeft de zender aan dat de ontvanger zelf mag kiezen wanneer dit verzoek uitgevoerd wordt. Kom je hier via stap 6 of 7, dan geeft 'Verzoek' aan dat de ontvanger dit verzoek alleen herhaalt op verzoek van een ander. 'Autonoom' geeft aan dat deze persoon het verzoek mogelijk op eigen initiatief herhaalt op een later moment.
  12. Verstuur letterlijk de tekst 'Einde.' inclusief de punt, zodat men weet dat het bericht compleet is.

Terug naar de hoofdpagina.